Risicomanagement is het geheel aan activiteiten en maatregelen gericht op het expliciet en systematisch omgaan met en het beheersen van risico’s. Een risico is een onzekere gebeurtenis met (gewenste of ongewenste) gevolgen voor de gemeente. Deze gevolgen kunnen beleidsmatig en/of financieel zijn. Bij het weerstandsvermogen ligt de focus op de financiële gevolgen van risico’s. Het is een maatstaf voor de mate waarin de gemeente in staat is om de gevolgen van risico’s op te vangen zonder dat het beleid of de uitvoering daarvan in gevaar komt. Het weerstandsvermogen is afhankelijk van de beschikbare weerstandscapaciteit (hoeveel niet bestemde middelen zijn er beschikbaar) en de benodigde weerstandscapaciteit (hoeveel middelen zijn nodig om alle risico’s op te kunnen vangen). Aan de hand van deze grootheden bepalen wij het weerstandsvermogen.

Voordat we uitvoeriger ingaan op de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit presenteren we hieronder het weerstandsvermogen zoals berekend voor de begroting 2017:

Weerstandsvermogen =

Beschikbare weerstandscapaciteit

=

59,569

=

1,04

Benodigde weerstandscapaciteit

57,400

Hieruit blijkt dat het weerstandsvermogen uitkomt op 1,04. Het verschil tussen de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit is afgerond 2,2 miljoen euro. Ten opzichte van de stand bij de voorjaarsnota 2016 zijn de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit gedaald, respectievelijk met 1,8 miljoen euro en 1,4 miljoen euro. Verderop in deze paragraaf worden deze mutaties nader toegelicht.

Beschikbare weerstandscapaciteit

De beschikbare weerstandscapaciteit geeft aan hoeveel middelen beschikbaar zijn om eventuele risico’s op te kunnen vangen. De volgende onderdelen maken deel uit van de beschikbare weerstandscapaciteit:

Beschikbare weerstandscapaciteit

Begroting 2016

Verantwoording 2015/ voorjaarsnota 2016

Begroting 2017

Totaal algemene reserves#

51.554

51.697

50.905

Stille reserves

0

0

0

Onbenutte belastingcapaciteit (twee jaar)

9.408

9.004

8.028

Niet ingevulde begrotingsruimte (vier jaar)

0

0

0

Post onvoorzien (vier jaar)

636

636

636

Totaal

61.598

61.337

59.569

Bedragen zijn in duizenden euro’s.

De beschikbare weerstandscapaciteit is ten opzichte van de voorjaarsnota 2016 licht gedaald. Deze lichte daling vindt zijn basis in de algemene reserves en in de onbenutte belastingcapaciteit op de OZB. De areaalontwikkeling bij woningen is te ruim ingeschat, waardoor de belastingcapaciteit daar lager is uitgevallen. De areaalontwikkeling bij niet woningen is daarentegen te voorzichtig ingeschat, waardoor de belastingcapaciteit daar is meegevallen.

Benodigde weerstandscapaciteit

De benodigde weerstandscapaciteit is afhankelijk van de risico’s die onze gemeente loopt. Om die te kunnen bepalen vindt regelmatig een risico-inventarisatie plaats. Hieruit zijn 44 risico’s naar voren gekomen, waarvan één niet-financieel risico. Voor een volledig overzicht verwijzen wij u naar de geheime bijlage die u bij deze begroting heeft ontvangen. In deze paragraaf treft u op hoofdlijnen de belangrijkste uitkomsten. Voor ieder risico wordt een minimale, verwachte en maximale financiële omvang bepaald. Deze inschatting is zoveel als mogelijk bepaald op objectieve gegevens. Indien objectieve gegevens niet voorhanden zijn wordt uitgegaan van ervaringscijfers. Naast de financiële omvang wordt ook de waarschijnlijkheid waarmee risico’s optreden bepaald. Dit percentage geeft de mate aan waarin de verwachte omvang van het risico meetelt voor de benodigde hoogte van het weerstandsvermogen. De uitkomst van deze berekening betreft de bruto benodigde weerstandscapaciteit. Nadat het effect van alle beheersmaatregelen hiervan is afgetrokken ontstaat de netto benodigde weerstandscapaciteit. De netto benodigde weerstandscapaciteit wordt conform de nota Risicomanagement en weerstandsvermogen 2015-2018 aangepast naar de gewenste mate van zekerheid. Deze is bepaald op 90%. De gewenste mate van zekerheid komt tot uiting in de risicosimulatie die wordt uitgevoerd. Deze risicosimulatie is gebaseerd op de Monte Carlo simulatietechniek die algemeen geaccepteerd is in zowel de profit als de non-profit sector. Hierbij wordt op een computer op basis van gegevens over de individuele risico’s (minimale, verwachte en maximale omvang en waarschijnlijkheid) duizenden keren de werkelijkheid nagebootst. Dit leidt tot een grafiek waaruit is af te leiden wat de verwachte impact van de risico’s is in een willekeurig jaar. Voor deze verantwoording leidt deze exercitie tot een bedrag van 57,4 miljoen euro.

Risicokaart

We delen de geïnventariseerde risico’s in naar urgentie en omvang. Hierdoor ontstaat de onderstaande risicokaart waarin per risicoklasse het aantal risico’s opgenomen staat. Dat doen we zowel voor de situatie vóór en na toepassing van beheersmaatregelen, respectievelijk bruto en netto. Daarom treft u hieronder twee risicokaarten.

De bruto risicokaart geeft alle 44 risico’s weer. De risico’s rechtsonder zijn het meest urgent en omvangrijk. Deze risico’s zijn terug te vinden in de geheime bijlage met een overzicht alle risico’s.

De bruto risicokaart geeft alle 44 risico’s weer. De risico’s rechtsonder zijn het meest urgent en omvangrijk. Deze risico’s zijn terug te vinden in de geheime bijlage met een overzicht alle risico’s.

De netto risicokaart geeft dezelfde 44 risico’s weer. In deze risicokaart zijn de risico’s echter anders ingedeeld omdat het effect van de beheersmaatregelen hierin is meegenomen. Dit betekent dat er rechtsonder minder risico’s staan dan in de bruto risicokaart. Financieel gezien telt de bruto risicokaart op tot een benodigde weerstandscapaciteit van 126,5 miljoen euro. Het effect van alle beheersmaatregelen, oftewel het verschil tussen de bruto en netto risicokaart is daarmee 69,1 miljoen euro (126,5-57,4). Dit bedrag kan gezien worden als profijt van het gevoerde risicomanagement en is nagenoeg gelijk gebleven t.o.v. de voorjaarsnota 2016.

Mutaties in risico’s

Ten opzichte van de voorjaarsnota 2016 zijn de onderstaande risico’s gemuteerd. De mutaties bestaan uit risico’s die zijn gestegen, gedaald of vervallen. Daarnaast zorgen nieuwe risico’s voor mutaties. Hiermee wordt tevens de stijging van de benodigde weerstandscapaciteit verklaard. Het gaat hier om mutaties bij benadering, omdat de bedragen afkomstig zijn uit een simulatie.

Risico

Mutatie benodigde weerstandscapaciteit

Stijgers

1. Bekostigd aantal plekken WSW

+200.000

Dalers

2. Garantie geldleningen sportverenigingen

-100.000

3. Garantie geldleningen zorginstellingen

-100.000

4. Open einde karakter armoedebeleid

-750.000

5. Geheim

-700.000

Nieuw

6. Vervangingsbesluit

+450.000

7. Frictielasten 2017

+250.000

8. Garantstelling bibliotheek Neude

+150.000

Vervallen

9. Saneringskosten Fortlaan

-300.000

10. Samenwerking culturele instellingen en TivoliVredenburg

-100.000

11. Wet aanpak schijnconstructies

-150.000

12. Geheim

-250.000

Totale mutatie in benodigde weerstandscapaciteit

-1.400.000

Bedragen zijn in euro’s.

Toelichting

  1. In 2014 daalde het landelijke aantal SE's (arbeidsplaatsen in de Wsw) sneller dan eerder door het ministerie verondersteld. Dit leidde in 2015 tot een hoger bedrag per SE doordat het macrobudget over minder SE's werd verdeeld. In de meicirculaire 2016 is gebleken dat in 2015 het omgekeerde is gebeurd: het landelijke aantal SE's daalde minder snel dan eerder door het ministerie verondersteld. Hierdoor moet het macrobedrag in 2016 over meer SE's worden verdeeld, met een lager bedrag per SE tot gevolg. In 2016 leidt deze tegenvaller niet tot een nadeel omdat het nadeel in 2016 wordt gecompenseerd door het voordeel in 2015. Wel schatten we naar aanleiding van deze ontwikkeling het risico voor de komende jaren hoger in.
  2. Risico is enigszins gedaald door aflossingen op bestaande leningen.
  3. Risico is enigszins gedaald door aflossingen op bestaande leningen.
  4. Vanuit de nieuwe armoedeaanpak treffen we maatregelen gericht op daling van de kosten van beschermingsbewind, door de instroom in beschermingsbewind te beperken en de uitstroom te bevorderen. Daarnaast zetten we in op een lobby richting het Rijk om gemeenten met extra middelen tegemoet te komen.
  5. Betreft een geheim risico.
  6. Om het vervangingsbesluit tijdig te kunnen nemen, moeten alle organisatieonderdelen dit jaar hun digitale dossiervorming en archivering op orde hebben. Als dat niet lukt moeten we de dossiers alsnog fysiek opbouwen. Er dreigt dan een kostenpost voor de gemeente Utrecht.
  7. Samen met de programmabegroting 2017 wordt de nota subsidievoorstellen vastgesteld en is duidelijk welke culturele instellingen in de komende Cultuurnotaperiode worden gesubsidieerd en van welke instellingen de structurele subsidierelatie wordt beëindigd. Instellingen waarvan de subsidierelatie wordt beëindigd kunnen in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de dekking van doorlopende kosten in 2017.
  8. Begin 2016 is een garantstelling van 1,75 miljoen euro voor de financiering van de gebruikers investeringen voor de bibliotheek vestiging aan het Neude verleend, waarbij uitgegaan wordt van een lening die in 20 jaar lineair wordt afgelost.
  9. In het MPSO 2016 heeft de gemeenteraad 0,4 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de sanering van Fortlaan.
  10. Bij de voorjaarsnota 2016 heeft de gemeenteraad besloten om TivoliVredenburg incidenteel 1,1 miljoen euro toe te kennen voor de versterking van het eigen vermogen. TivoliVredenburg wordt hiermee in staat geacht financiële risico’s zelf op te vangen.
  11. De algemene voorwaarden van de gemeente zijn inmiddels aangepast en vastgesteld door het college. Ook zijn de standaardovereenkomsten bij COIN aangepast.
  12. Betreffen geheime risico’s.